De Utopie van de Vrije Markt
					
						Naar aanleiding van een boek van Hans Achterhuis uit 2012.
						Ongeloof
						
						 Toen ik het boek kreeg, vroeg ik me af wat voor nieuws kan Achterhuis, 
						filosoof, mij nou vertellen over de utopie van de vrije marktwerking. 
						Werd zelf ontnuchterd in het voorjaar van 1998. Ik had een 
						proefschriftconcept gereed waarin ik modellen van kapitalisme met elkaar 
						vergeleek, in het bijzonder het Rijnlandse versus het Angelsaksische 
						model. Het laatste staat model voor marktwerking, neo- liberalisme en 
						turbokapitalisme zie de USA. Ik verdedigde het Rijnlandse model met 
						minimumlonen, cao, werknemersverzekeringen en sociale vangnetten 
						hetgeen niet op prijs meer werd gesteld.
Toen ik het boek kreeg, vroeg ik me af wat voor nieuws kan Achterhuis, 
						filosoof, mij nou vertellen over de utopie van de vrije marktwerking. 
						Werd zelf ontnuchterd in het voorjaar van 1998. Ik had een 
						proefschriftconcept gereed waarin ik modellen van kapitalisme met elkaar 
						vergeleek, in het bijzonder het Rijnlandse versus het Angelsaksische 
						model. Het laatste staat model voor marktwerking, neo- liberalisme en 
						turbokapitalisme zie de USA. Ik verdedigde het Rijnlandse model met 
						minimumlonen, cao, werknemersverzekeringen en sociale vangnetten 
						hetgeen niet op prijs meer werd gesteld.
						Want hoewel het proefschrift in technische zin was goedgekeurd, kreeg ik 
						een groot conflict met mijn neoklassieke collegaatjes. Ik moest de 
						inleidende hoofdstukken veranderen waarin ik aantoonde dat binnen het 
						kapitalisme bedrijven streven naar concentratie van productiemiddelen en 
						centralisatie van bestuur. Indien men een vrije werking van markten wilde 
						hebben dan moest de politiek (overheid) ingrijpen op monopolies, kartels 
						en conglomeraten van bedrijven (concerns). De collega in de 
						beoordelingscommissie vond dat ik  door deze opvatting de neoklassieke 
						benadering van de economie afviel, voorts moest ik positiever zijn in mijn 
						oordeel over de Amerikaanse economie. Vervolgens kwam de discussie op die 
						neoklassieke leer van Friedman, die ooit had gezegd dat het niet 
						belangrijk is dat een theorie geworteld is in de realiteit. Zolang een 
						theorie een geheel is van consistente beweringen en gevolgtrekkingen en 
						voorspelvermogen heeft, is die theorie volgens Friedman perfect! Ziehier de 
						neoklassieke ‘theologie’!
						Wanen
 
						Verbijsterd zei ik echter: maar als een economische theorie niet gefundeerd 
						is op de realiteit, dan heeft die theorie niks te maken met economie, maar 
						met psychiatrie! Hoezo vroeg m’n opponent. Nou, omdat de psychiatrie de 
						wetenschap is voor wanen en illusies! Ik besefte in een klap hoe machtig en 
						omvattend de neoklassieke leer als een geloof of paradigma de economie 
						beheerste. Het proefschrift zou ik sindsdien opschorten, en wat beduusd ging 
						ik een week later een besteld wiskundeboek afhalen bij Donner. Bij de balie 
						een metershoge stapel boeken van een Edvard Luttwack over turbokapitalisme. 
						Ik voelde meteen aan dat te willen lezen, hetgeen ik dan ook meteen deed. 
						Hij was aanzienlijk minder ‘positief’ nog als ik over de Amerikaanse economie 
						en haalde fors uit naar de neoklassieke leer.
						Utopie
						Milton Friedman was een groot wiskundig econoom, zie zijn monetaire modellen 
						en theorie uit de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw. Pogingen om de economie 
						tot een exacte wetenschap te maken zijn beslist niet verwerpelijk, zie het 
						pionierswerk van Jan Tinbergen!  Maar theorieën en veronderstellingen moeten 
						wel gebaseerd zijn op realistische gebeurtenissen of processen. (empirische 
						toetsing). En veel gevonden íjzeren wetten zoals de wet van Say, de loonwet 
						van Lasalle en de wet van de afnemende meeropbrengsten bij Marx bleken later 
						niet zo exact als de wet van behoud van massa in de natuurkunde. Patronen 
						zoals mooie sinusoïden (regelmatige golfbewegingen in de 
						economie) bij de Juglar en Kondratief cyclus bleken in de 
						praktijk grilliger dan licht en geluidsgolven. Bovendien beschikten vroegere 
						economen niet over die data of gegevens zoals wij kennen ter berekening van 
						BNP, inflatie, winsten of sparen versus investeren.
						Friedman maakte echter een fout toen hij meewerkte aan een neoklassieke leer 
						als zijnde een gesloten geheel van beweringen, een calculus of wiskundig: 
						formeel axiomatisch systeem. Zijn leer echter is kinderlijk eenvoudig: stel 
						dat… alle individuen handelen rationeel, beschikken over alle informatie 
						dankzij marktwerking (prijzen, aanbod, kwaliteit) en ook stel dat de markt 
						bestaat uit kleine deelnemers die vrij concurreren. Indien deze theorie 
						praktijk wordt, wordt maximale welvaart en werkgelegenheid bereikt. Maar 
						niemand mag ingrijpen op de vrije werking van markten, geen overheid, geen 
						vakbonden ,of concerns die een markt gaan beheersen?
						In de wiskunde kan je je het veroorloven om een gesloten model te maken van 
						een logisch geheel van definities vooraf en beweringen zonder binding aan een 
						realiteit. Een voorbeeld van ‘logica’:
						Geen kat  heeft 2 staarten
						Eén kat heeft meer staarten dan geen kat
						Eén kat heeft dus 3 staarten!
						De praktijk
						Ayn Rand, een amateurfilosoof die uit het Sovjet Rusland  vluchtte naar 
						Amerika, zou daar beroemd worden vanaf begin jaren ’80, niet toevallig met de 
						opkomst van de neoliberale Reagan. Ze beschreef ruim 20 jaar daarvoor Atlantis, 
						een neoliberale staat met vrije marktwerking. Alles draait om geld en hebzucht. 
						Liefdadigheid en vrijwilligerswerk komen er niet voor als ook belastingen niet. 
						De enorme invloed van Rand op het economische en politieke denken in de USA is 
						velen in Europa ontgaan, zo stelt Achterhuis terecht, en dat komt omdat het 
						harde neoliberalisme of anarcho-kapitalisme in Europa niet dominant werd in de 
						politiek tot voorkort.
						In haar vroegere jaren was zij bekend met de grondleggers van het neoklassieke 
						leer in de economie zoals Hayek die tekeerging tegen het socialisme, Friedman, 
						de profeet zelve, en Gary Becker. De laatste beweerde dat de Rationele Keuze 
						Theorie overal en voor alle tijden van toepassing is in de economie. Dat is 
						aldus Achterhuis volkomen onjuist; door de ontwikkeling van nationale 
						eenheidsstaten zoals het Duitsland van Bismarck, kon een ontwikkeling beginnen 
						naar marktmaatschappijen waarin iedereen steeds meer afhankelijk werd van geld, 
						dus meestal van inkomen door arbeid. Nergens is een spontane ontwikkeling van 
						vrije markten te zien.
						Van wetenschap naar geloof
						Let wel dat Friedman, Von Hayek en Becker de ontwikkelaars waren van de 
						neoklassieke leer in de economie en dat neoliberalisme een politieke uitdrukking 
						daarvan werd. Allengs kreeg door de invloed ook van Rand het neoliberalisme de 
						kenmerken van een fundamentalistisch geloof, de aanhangers rond Rand vormden een 
						echte sekte. Vanaf de jaren ’80 gaan neoliberalisme en neoklassieke leer een 
						monsterverbond aan, passend bij het opkomende turbokapitalisme, waarin de ‘Wet’ 
						van Luttwack geldt: Individualisering, Privatisering, Deregulering en 
						Globalisering = Welvaart en Werkgelegenheid. (Luttwack 
						was geen voorstander van 
						Turbokapitalisme)
						Dystopia
						Zo noemt Achterhuis een utopie die in werkelijkheid naar zijn tegendeel omslaat: 
						ELLENDE. Omdat de utopie van de neoklassieke leer is gebaseerd op een model met 
						keiharde beweringen die niet weerlegbaar zijn in discussies, zoals dat het logisch 
						is dat iedereen rationeel handelt, krijgt die leer in zijn politieke vertaling tot 
						neoliberalisme totalitaire trekken, net als het vroegere, zogeheten 
						wetenschappelijk socialisme van Marx, de Zuivere Leer. Om het Utopia te bereiken 
						van het NeoLib politieke model, moet de bestaande maatschappij met instituties als 
						vakbonden, sociale zekerheid en overheidsbemoeienissen met de economie verdwijnen. 
						In een later artikel voor de Nieuwsbrief zal ik ingaan op de Shock Doctrine van de 
						neoliberalen en de ellende die dat heeft veroorzaakt.
						Tjeerd de Boer, econoom